Jos van Ginneken (CDA)
  • Blog

Vergeef ons onze schulden

11/16/2019

0 Comments

 
Picture
Schulden werken verlammend. Gezinnen die te kampen hebben met schulden stellen uitgaven uit en komen stil te staan. Als je moet kiezen tussen nieuwe winterkleding of eten op tafel is het besluit snel genomen. Dan nog maar een jaartje met een te kleine jas aan. De oorzaak van deze schulden loopt uiteen. Natuurlijk zijn er mensen die door eigen fouten in de financiële problemen komen. Als vrijwilliger bij het Leger des Heils hoor ik echter ook andere redenen. Denk bijvoorbeeld aan een scheiding, ontslag of ziekte van een familielid. Allemaal dingen waardoor er opeens minder geld binnen komt dan uitgegeven moet worden voor eerstelevensbehoeften. Ook ik ken het fabeltje van mensen die met een dikke auto naar de voedselbank zouden komen. Geloof mij, niemand gaat voor de lol naar de voedselbank en niemand leeft voor zijn plezier van een uitkering.
​
Wanneer mensen schulden maken, zullen ze die terug moeten betalen. Dat is geen spannende de stelling. De vraag is echter wel hoe je dat regelt. Als ik een betaling vergeet, krijg ik een nette maar strenge brief dat ik toch écht moet gaan betalen. Net als veel mensen maak ik het verschuldigde geld dan zonder problemen over. Als ik toch niet wil betalen wordt er een deurwaarder ingeschakeld die beslag legt op mijn loon en ervoor zorgt dat de zorgverzekeraar, ondernemer of belastingdienst netjes wordt betaald. Als het goed is, en hij zich aan de afspraken van zijn beroepsvereniging houdt, legt de deurwaarder geen beslag op mijn héle inkomen. Hij houdt rekening met vaste lasten zoals gas, water, licht, huur en zorgkosten. In de praktijk komt dat neer op 110% van de bijstandsnorm. Deze zogenaamde ‘beslagvrije voet’ is absoluut geen vetpot, maar genoeg om van rond te komen én de vaste lasten te betalen.

Voor mensen met een bijstandsuitkering gaat het bovenstaande nog té vaak niet op. Als de deurwaarder geconfronteerd wordt met een schuldenaar met een uitkering stapt hij naar de gemeente om beslag te leggen op de uitkering. Hij vraagt de gemeente om rekening te houden met de beslagvrije voet. Sommige gemeenten, het UWV en Sabewa berekenen de beslagvrije voet op een andere manier dan veel deurwaarders het doen. Door een andere rekenmethode komt de beslagvrije voet uit op 90% van de bijstandsnorm. Dat is dus minder geld dan bij de berekening van de deurwaarders. Deze berekening houdt geen rekening met vaste lasten waardoor de uitkeringsgerechtigde met schulden minder overhoudt. Overheidsinstanties maken dan een groter deel van de uitkering over aan de deurwaarders. Door dit verschil in berekening van de beslagvrijevoet kunnen de schulden zelfs nóg verder oplopen.

In gesprekken met bewindvoerders en uitkeringsgerechtigden met schulden hoorde ik dit probleem zo nu en dan langskomen. Deze schrijnende gevallen waren voor mij de reden om namens het CDA schriftelijke vragen te stellen aan het college van B&W. De regeltjes die we met zijn allen bedacht hebben, leiden tot problemen voor mensen met schulden. In mijn schriftelijke vragen heb ik het college opgeroepen om tafel te gaan met uitkeringsgerechtigden, hun bewindvoerders en deurwaarders. Het doel van dit overleg zou moeten zijn om afspraken te maken over een meer waarheidsgetrouwe beslagvrije voet. Eentje die rekening houdt met vaste lasten. Op die manier krijgen uitkeringsgerechtigden ademruimte. Geen keuze meer tussen het betalen van de huur of boodschappen doen. Daarnaast zorgt meer stabiliteit bij schuldenaars ervoor dat schuldeisers óók zekerder zijn dat ze hun geld terugkrijgen. Laten we mensen met schulden niet afstraffen, maar met méér maatwerk zorgen dat schuldenvrij zijn voor nóg meer gezinnen in zicht komt!

Jos van Ginneken

0 Comments

Ontnuchterend

8/3/2019

0 Comments

 
Picture
Toen ik net na mijn achttiende was verkozen tot gemeenteraadslid, ging mijn eerste werkbezoek aan de Anonieme Alcoholisten (AA). Niet lang daarna zou ik namens het CDA iets mogen zeggen in de gemeenteraad over jongeren en alcohol en ik wilde me zo goed mogelijk voorbereiden. Dat bezoek vond ik best een beetje spannend. Als vrijwilliger van het Leger des Heils wist ik dat ze samen kwamen in het kerkgebouw, zo legde ik ook contact met één van de lotgenoten. Toen ik er die avond heen fietste had ik nogal wat vooroordelen. Verslaving aan alcohol wordt door veel mensen gezien als iets dat zich afspeelt aan de rafelranden van de maatschappij. Iets voor zwervers en daklozen, niet voor nette hardwerkende mensen. Niets is minder waar. Aan tafel zaten huisvaders, mensen met een vaste baan en ouders met jonge kinderen. Dat werkbezoek vijf jaar geleden heeft indruk op me gemaakt. Alcoholisme is een probleem dat ons allemaal kan raken, en daarom moeten we ook goed ons best doen om verslavingen te voorkomen.

Mijn teleurstelling was dan ook groot toen ik een paar weken terug de Terneuzense cijfers over het naleven van de alcoholregels in 2018 zag. Kort samengevat, niet zo best. In cafés, sportkantines en slijterijen wordt maar in 16% van de gevallen om een ID-bewijs gevraagd. Ontnuchterende cijfers wat mij betreft. Dit betekent dat jongeren héél makkelijk aan drank kunnen komen. Als het zó makkelijk is voelt het niet alsof er iets mis is met drinken door minderjarigen. Los van de gezondheidsproblemen is het niet naleven van de regels rondom alcoholverkoop zo ook een sociaal probleem. Het wordt op deze manier gewoon dat je ruim voor je achttiende verjaardag aan drank kan komen. Je aan de regels houden hoort er wat dit betreft blijkbaar niet bij. Ondertussen is alcohol geen onschuldig goedje. Het levert hersenschade en andere gezondheidsproblemen op en daarnaast kun je er verslaafd aan raken.

Natuurlijk is niet iedere zestienjarige die stoer wil doen met een blikje bier een probleemdrinker. Het punt is alleen wel dat als minderjarigen drinken dat over het algemeen niet gebeurt waar hun ouders dat kunnen zien. En als ouders er niets van weten, of erger nog er niks om geven, dan worden ook de signalen van een beginnende verslaving niet opgepikt. Dát is wél een groot probleem, en dat begint allemaal met het feit dat het nu nog té makkelijk is om als minderjarige aan drank te komen in Terneuzen.

Zo ben ik nu weer terug bij een onderwerp waar het allemaal mee begon in de gemeenteraad, alcohol en jongeren. Via schriftelijke vragen heb ik het college van burgemeester en wethouders vorige week opgeroepen om in gesprek te gaan met horecaondernemers, supermarkten en sportclubs over de verkoop van alcohol en het naleven van de leeftijdsregels. Het feit dat maar in 16% van de gevallen een ID-kaart wordt gevraagd moet snel veranderen. Wat mij betreft doen we dat sámen met maatschappelijke organisaties, scholen en zorginstellingen. Wat mij betreft kunnen groepen zoals de AA daar ook een rol in spelen, met voorlichting op scholen. Je kunt nog zoveel folders drukken maar, de Anonieme Alcoholisten kunnen jongeren uit de eerste hand vertellen hoe vernietigend alcohol kan zijn. Mijn doel als CDA-raadslid is om er voor te zorgen dat volgend jaar vaker om een ID wordt gevraagd als mensen alcohol gaan kopen en we nóg beter samenwerken om jongeren weg te houden bij drank.

Jos van Ginneken​

0 Comments

Algemene beschouwingen CDA Terneuzen

7/8/2019

0 Comments

 
Picture
Voorzitter,

Dit is de eerste keer dat ik namens de CDA-fractie de algemene beschouwing mag houden. Een grote eer, maar ook wel een beetje spannend.

We mogen trots zijn op onze gemeente. Door inwoners en ondernemers worden vele activiteiten georganiseerd. Van de Boekweitfeesten in Zuiddorpe tot Terneuzen Speelstad hier op de markt. Er gebeuren dingen in onze gemeente en die zijn het promoten waard.
Bij al dit soort evenementen speelt de gemeente een faciliterende en aanmoedigende rol. Afgelopen jaar hebben we onder andere geïnvesteerd in de wegen rondom de Nieuwe Sluis, Citymarketing én de fysieke toegankelijkheid voor inwoners met een beperking. Het doel van dit alles is om Terneuzen op de kaart te zetten als hét centrum voor economische ontwikkeling
, de béste woonomgeving voor iedereen en de leukste plaats om Haven, Water en Centrum te beleven.


Om er voor te zorgen dat alle inwoners de komende jaren kunnen meeprofiteren van de economische groei en bedrijvigheid moeten we nog verschillende stappen zetten. Om te beginnen moet onze infrastructuur klaar worden gemaakt voor de toekomst. Mobiliteit en goede bereikbaarheid zijn belangrijk voor burgers en bedrijven. Of je nu een rolstoelgebruiker bent die met de bus wil, akkerbouwer die van oost naar west Zeeuws-Vlaanderen moet of met je collega’s richting DOW carpoolt. Al deze mensen moeten op een veilige en vlotte manier van A naar B kunnen komen. Dit vraagt om een brede visie op de verkeersstromen en knelpunten in onze gemeente.
​
De veranderingen in het sociaal domein zijn de twee grote uitdaging. Als Den Haag niet meer bij legt, en de gemeente niets doet ontstaan er tekorten. Die vormen een bedreiging voor de noodzakelijke begeleiding, zorg en ondersteuning voor kwetsbare burgers. We moeten daarom zaken durven benoemen die niet bij de zorgtaak van de gemeente horen. Zo hoort het organiseren van activiteiten als kaartclubs en speelmiddagen wat ons betreft thuis bij maatschappelijke organisaties. De vraag is wat noodzakelijk is, en wat ‘leuk is om te hebben’. Geld besparen is daarbij geen doel op zich, maar een manier om genoeg mindelen over te houden voor onze kwetsbaarste inwoners. Als CDA zullen we de keuzes daarin maken op basis van de taak, nee de plicht, die wij hebben om zorg te dragen voor mensen die het nodig hebben.

Naast deze twee onderwerpen zijn er natuurlijk nog andere zaken die van belang zijn voor een sterk, betrokken en vitaal Terneuzen. In onze geschreven algemene beschouwingen kunt u lezen waarvoor het CDA het komende jaar aandacht blijft vragen en waarover we nog met voorstellen zullen komen. Denk daarbij in het bijzonder aan de verdere vormgeving van de energietransitie. We hopen dat het college zaken in onze algemene beschouwingen heeft gezien waar ze proactief mee aan de slag gaat. Daarnaast nodigen we alle andere partijen uit om samen te werken rondom onderwerpen die we belangrijk vinden.

Afsluitend wil ik namens de CDA-fractie alle ambtenaren, bodes en griffiemedewerkers bedanken voor de ondersteuning in dit afgelopen jaar. Richting college en raad zou ik willen zeggen; weet dat er veel mensen in Terneuzen op ons rekenen, voor ons bidden én klaar staan om sámen met ons te bouwen aan een nog mooiere gemeente voor ál onze inwoners!

Dankuwel!


0 Comments

Scheiden zonder schade

4/5/2019

0 Comments

 
Picture
Met nog maar een half jaar huwelijk achter de rug, is scheiden misschien niet het eerste onderwerp om een blog over te schrijven. Toch is scheiden een onderwerp dat me bezighoudt, niet persoonlijk (wees niet bang Amber) maar wel politiek. Scheidingen spelen een grote rol bij problemen die ik tegenkom in de jeugdzorg. Ze kunnen een aanleiding zijn of juist een gevolg van zorgvragen van kinderen en jongeren. De afgelopen tijd heb ik me daar wat meer in verdiept.

Zo nu en dan hoor je de uitspraak ‘een op de drie huwelijken eindigt in een scheiding’ langs komen. Noem me grenzeloos naïef, maar ik hoop in de andere twee derde groep te zitten. Als ik naar onze trouwfoto’s kijk, zit ik soms nog steeds op een roze wolk. Natuurlijk weet ik dat het niet voor iedereen zo mag zijn. Een relatie hebben of getrouwd zijn is niet altijd makkelijk. Er kan ruzie of onenigheid zijn. Hoewel ik het belangrijk vind om Gods Zegen te vragen over mijn huwelijk, maak ik niemand wijs dat er in kerkelijke huwelijken nooit iets gebeurt. Het kan zelfs zó uit de hand lopen dat iemand wil scheiden. In gesprek met een bewoonster van een vrouwenopvang hoorde ik hoe dingen uit de hand kunnen lopen.

Natuurlijk, en gelukkig, loopt het niet in alle gevallen zó hoog op. Dat betekent echter niet dat alle stellen in staat zijn om zonder gedoe een relatieprobleem of scheiding op te lossen. Wanneer er dan ook nog kinderen in het spel zijn, kunnen ook zij mee worden getrokken in de ruzie. Hierdoor kunnen kinderen getraumatiseerd of beschadigd worden. Daarmee wil ik niet zeggen dat alle kinderen met gescheiden ouders in jeugdzorg terecht komen, gelukkig niet! Wat ik wél hoor van jongeren in de jeugdzorg, (pleeg)ouders, zorgmedewerkers en begeleiders, is dat de problemen vaak beginnen bij gedoe in het gezin. Dat kan gaan van chronische ruzie tot een vechtscheiding. Het komt ieder gesprek dat ik over de jeugdzorg heb weer terug. Een bijkomend problemen wat betreft scheiding en jeugdzorg is dat er vaak toestemming van beide ouders nodig is als een kwetsbaar kind of jongere een behandeling moet krijgen. Als één van de ouders uit wraakzucht dwars gaat liggen, komt de zorg stil te liggen. 

Hoe mensen hun relatie inrichten is géén zaak van de overheid. Getrouwd voor de kerk of samenwonend zonder officieel papierwerk, het kan én mag gelukkig allemaal. De overheid heeft daarentegen wél een taak om kinderen te beschermen en de best mogelijke zorg te geven als ze die nodig hebben. Daarvoor zijn sterke gezinnen nodig, of op zijn minst duidelijke afspraken als ouders gaan scheiden. Uit gesprekken met zorgverleners en gescheiden ouders en hun kinderen merk ik dat er nog véél te verbeteren is. Dat hoeft niet altijd met advocaten en procederen. Soms is een onpartijdige relatietherapeut of bemiddelaar al genoeg om stappen te zetten in het belang van de kinderen. Op dit moment kán er al wel mediation in worden gezet via de jeugdzorg. Dat kan wel alleen pas als het kind zelf óók zorg krijgt. Daarmee heb je de wrange situatie dat je ruziënde ouders pas kan begeleiden nadat het zo ver uit de hand is gelopen dat de kinderen zorg nodig hebben.

Volgens mij moeten we wanneer het fout begint te gaan in een gezin óók hulp kunnen bieden aan de ouders. Door preventief relatietherapie en bemiddeling in te zetten kun je problemen oplossen voordat ze erger worden. Sterke gezinnen en liefdevolle ouders zijn belangrijk voor de opvoeding van kinderen. Ook als kinderen om welke reden dan ook jeugdzorg of geestelijke gezondheidszorg nodig hebben, zijn ouders een belangrijke basis. Bij de inkoop van de jeugdzorg moet de gemeente Terneuzen daarom óók preventieve relatiehulp voor ouders inkopen. Als gezinnen daar zelf geen geld voor hebben, kan de gemeente bijdragen in de kosten zodat er een ouderschapsplan wordt geschreven. Daarin worden alle afspraken op een rijtje worden gezet.

Er wordt door de Zeeuwse gemeenten nu al gewerkt aan een project om scheidingsexperts in te zetten om ruziënde ouders én hulpverleners te helpen. Het is wél belangrijk dat deze experts goed bekend zijn bij alle organisaties die kwetsbare mensen helpen met dit soort problemen. Daarnaast moeten we nóg meer inzetten op problemen zo vroeg mogelijk oplossen. Als gemeenteraadslid wil ik me daar de komende tijd voor in gaan zetten. Het is misschien geen leuk onderwerp, maar als christendemocraat wil ik meebouwen aan sterke gezinnen. Als samenblijven alsnog, niet meer lukt dan moeten we meer doen om te zorgen dat er in ieder geval wordt gescheiden zonder schade.
​
Jos van Ginneken

0 Comments

Gaan en staan waar je wil

10/30/2018

0 Comments

 
Picture
Veel mensen hebben een eigen vervoersmiddel zoals een auto of fiets om te kunnen gaan en staan waar ze willen. Weer anderen kunnen gebruik maken van het openbaar vervoer. Er is echter een groep mensen waarbij dit allemaal geen optie is. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een handicap óf ouderen die niet meer zelfstandig deel kunnen nemen aan het verkeer. Voor deze mensen moet de gemeente vervoer regelen in de vorm van Wmo-vervoer.

Het Wmo-vervoer wordt in onze gemeente Terneuzen georganiseerd door de Regiotaxi Hulst-Sluis-Terneuzen. Dit is een samenwerkingsverband dat het Wmo-vervoer inkoopt, de regels maakt én de ritten organiseert voor de Zeeuws-Vlaamse gemeenten. In het bestuur zitten wethouders uit Sluis, Hulst en Terneuzen én raadsleden uit de drie gemeenteraden. Sinds de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen mag ik een van die bestuursleden zijn. De gemeenteraad van Terneuzen heeft mij verkozen en dat vind ik een grote eer.

Iedereen moet kunnen gaan en staan waar hij of zij wil. Dat is de missie waarmee ik in het bestuur van het Wmo-vervoer zit. Aan het begin van de maand is er bij gebruikers veel onduidelijkheid ontstaan. Tijdens de bestuursvergadering van Regiotaxi Hulst-Sluis-Terneuzen heb ik daar vragen over gesteld. Hieronder de drie belangrijkste vragen en antwoorden.

Prijs per rit
Eind september kregen de gebruikers van de Regiotaxi een brief. Daarin werden een hele lijst nieuwe regels aangekondigd. De belangrijkste daarvan was dat het zonesysteem werd afgeschaft. In plaats daarvan komt een prijs per kilometer. De brief, die ik zelf ook heb gelezen, was onduidelijk. Het idee is dat er binnen Zeeuws-Vlaanderen een verlaagt tarief geldt en voor ritten buiten Zeeuws-Vlaanderen, langer dan 30 kilometer, een hoger tarief. Je kunt alles nu ook nalezen op de website: https://www.regiotaxihulstsluisterneuzen.nl/.

Langere wachttijden voor rolstoelers
De afgelopen tijd ben ik door verschillende rolstoelgebruikers aangesproken. In de brief voor de gebruikers stond dat iedereen één uur van tevoren zijn of haar rit moet reserveren. Iedereen, behalve rolstoelgebruikers. Zij moesten opeens twee uur van tevoren bellen. Dat vond ik niet kunnen. Mijn vriendin Amber zit ook in een rolstoel. Ik weet dus hoeveel tijd en moeite het kost op ‘’spontaan’’ ergens naartoe te gaan. Tijdens de bestuursvergadering heb ik daarom mijn verbazing uitgesproken over de langere wachttijden voor rolstoelers. Toen bleek dat die langere wachttijd er eigenlijk niet was. Iedereen mag één uur van tevoren bellen. De twee uur in de brief was vooral omdat het dan makkelijker te plannen was met de rolstoelbussen. Gelukkig vonden de andere bestuursleden dat óók de omgekeerde wereld. Het gemak moet er zijn voor de gebruikers, dus iedereen mag gewoon één uur van tevoren reserveren.

Bagage
Van verschillende oudere gebruikers hoorde ik dat zij extra moesten betalen voor hun boodschappentas als zij de taxi gebruiken om van en naar de supermarkt te reizen. Zeker onhandig voor ouderen in kernen zonder supermarkt zoals Zuiddorpe, Biervliet en Zandstraat. Mag dat? Nee! De feitelijke regel is als volgt: Mensen mogen een hulmiddel, handtas én boodschappentas kosteloos meenemen. Voor extra bagage die je dan nog mee wil nemen moet extra betaalt worden. Dat lijkt me ook niet meer dan terecht.

Aan de ene kant ben ik blij dat er nu duidelijkheid is. Het is wel héél jammer dat zoveel gebruikers in onzekerheid hebben gezeten. Jammer, want voor veel ouderen en mensen met een handicap is de Regiotaxi de enige manier om mobiel te blijven. Op stap kunnen wanneer je zelf wil tegen een redelijke prijs is hét wapen tegen eenzaamheid.

Het Wmo-vervoer is absoluut nog niet perfect, er kunnen nog een héle hoop grote en kleine zaken verbeteren. Graag hoor ik van jou wat er beter kan! Dáár wil ik me als bestuurslid én gemeenteraadslid sterk voor maken. Zodat iedereen kan gaan en staan waar hij of zij wil.

Jos van Ginneken

0 Comments

In veilige handen

3/7/2018

0 Comments

 
Picture
Het heftigste bezoek dat ik als gemeenteraadslid af heb gelegd was aan een verslavingskliniek voor jongeren. Jongens en meisjes van mijn leeftijd, uitgeteld en verslagen op de bank in de gemeenschappelijke ruimte. Dat beeld en de gesprekken die ik met sommigen van hen mocht voeren heb ik nog steeds in mijn achterhoofd. Verhalen over gebroken gezinnen, over zwerven op straat en over die onstilbare drang naar een volgende ‘’fix’’. Andere jongeren daar vertelden juist over hoe liefdevol en begripvol hun ouders waren. Over ouders die achter hen bleven staan ondanks de verslaving. Ouders die toen hun kinderen geboren werden, ook niet hadden gedacht dat ze een afspraak met een behandelaar moesten maken om hun zoon of dochter te bezoeken.

Een paar weken na het indrukwekkende bezoek aan de verslavingskliniek was ik op kraamvisite bij vrienden. Dolgelukkig waren ze met hun kindje en terecht want het lachte van oor tot oor. Tijdens het bezoek kwam de kraamverzorgster ook langs. Liefdevol verzorgde ze het kindje en ondersteunde ze mijn vrienden. De liefde van de kraamverzorgster herkende ik. Het was dezelfde als van de behandelaars in de verslavingskliniek waar ik daarvoor was geweest. De kraamverzorgster en de behandelaar. Allebei werkten ze in de jeugdzorg. Het enige verschil was het toekomstperspectief van het kind dat ze behandelde.

De ervaring hierboven laat maar zien hoe divers ‘de jeugdzorg’ is. Het gaat niet alleen over zorg voor baby’s of alleen over verslaafde jongeren. Sinds enkele jaren is de gemeente Terneuzen verantwoordelijk voor de zorg voor álle kinderen en jongeren van nul tot drieëntwintig. Toen ik op mijn achttiende werd verkozen als raadslid vond ik dat een hele verantwoordelijkheid. Dat vind ik nog steeds. De meer je écht gaat kijken waar de gemeente allemaal over gaat, de meer je ziet hoe gigantisch het takenpakket in de jeugdzorg is. Zeggen dat ik het na vier jaar allemaal door heb zou ongeloofwaardig zijn. In die vier jaar heb ik echter niet stil gezeten wat betreft de zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren. Als jongste gemeenteraadslid van Terneuzen heb ik me hun zorgen en problemen in het bijzonder aangetrokken. Voor mij zijn het namelijk meer dan ‘cliënten’, vaak zijn het mijn leeftijdsgenoten.

Ouders, jongeren, kinderen, kraamhulpen, professionals, directeuren, cliëntenvertegenwoordigers, pleegouders, broertjes, zussen, grootouders, ambtenaren en verslavingsdeskundigen. Allemaal heb ik ze gesproken. In kantoorpanden en instellingen maar nog veel vaker gewoon bij mensen aan de keukentafel. Soms om een voorstel voor de gemeenteraad voor te bereiden, soms om hun verhaal te horen en soms gewoon om even te praten. Juist omdat ik geen expert ben moet ik doorvragen om erachter te komen wat kwetsbare jongeren en kinderen nodig hebben. Aan de hand van die gesprekken deed ik voorstellen in de gemeenteraad of stelde ik schriftelijke vragen. Samen met mijn CDA-collega’s heb ik verschillende concrete zaken bereikt rondom jeugdzorg. Zo is de Kindertelefoon gered toen deze door onduidelijkheid bij de aanbesteding om dreigde te vallen. Verder worden behandelgroepen voor kwetsbare jongeren niet gesloten, ook als dat extra geld kost. Daarnaast krijgen jongeren in jeugdinstellingen nu netjes zak-en-kleedgeld via de gemeente. Samen met anderen heb ik me daarvoor ingezet en ik ben trots op het resultaat.

Dat betekent nog niet dat we er zijn, nog lange niet. De afgelopen jaren heeft de gemeente vooral nog moeten wennen aan de nieuwe jeugdzorg taken. Dat is niet altijd perfect gegaan en daar loop ik ook niet voor weg. Vanuit het CDA heb ik me altijd ingezet voor jongeren in de knel. Juist omdat ik geloof dat de jeugd de toekomst heeft. Dan moeten we er wel voor zorgen dat álle jongeren de kans krijgen om daar iets van te maken. Als ik de kans krijg ga ik graag nog vier jaar door als CDA-raadslid. De komende jaren wil ik inzetten voor het vergoeden van de pleegzorg tot 21 jaar. Zo krijgen jongeren in pleeggezinnen genoeg ondersteuning tijdens de onzekere tijd tussen zeventien en achttien jaar. In de tweede plaats wil ik graag samen met jeugdzorgorganisaties kijken of het mogelijk is om een jongerenhuis te openen in Zeeuws-Vlaanderen. Een jongerenhuis is een plaats waar jongens en meisjes leren op eigen benen te staan, huur te betalen en een baan te zoeken. In de derde plaats blijf ik kritische kijken naar alle voorstellen om ‘’bedden’’ in de jeugdzorg weg te bezuinigen. Al een aantal keer hebben zulk soort voorstellen op de agenda van de gemeenteraad gestaan. De belofte was dat als er meer thuis wordt behandeld, die bedden niet nodig zijn. Vanuit het CDA hebben we af kunnen dwingen dat plekken in instellingen pas verdwijnen als de jeugdzorg aan huis goed is geregeld.

De afgelopen vier jaar mocht ik bij allerlei mensen over de vloer komen. Jongeren en hun ouders deden hun verhaal en daarmee ging ik aan de slag. Dat blijf ik doen. Ook de komende raadsperiode wil ik sámen met mensen de jeugdzorg verbeteren. Hopelijk krijg ik op 21 maart bij de gemeenteraadsverkiezingen daar de kans voor. Kwetsbare kinderen en jongeren moeten in veilige handen zijn. Sámen met het CDA blijf ik me daarvoor inzetten.
Jos van Ginneken


Picture
0 Comments

Zie je mij wel?

2/2/2018

0 Comments

 
Picture
Luid blaffend sprong Bikkel op schoot. Voordat ik hem weg kon duwen gaf hij me een likje. Sandra en Herman vonden het prachtig. Een gemeenteraadslid bij hen op de bank. We kennen elkaar nu al een paar jaar en iedere keer voelt het weer als thuiskomen. Hartstikke gezellige mensen die de uitspraak 'Een rommelig huis is een gezellig huis' tot een levensstijl hebben verheven. Als ik bij Herman en Sandra op bezoek ben komt dat meestal door "de formulieren". De formulieren voor Hermans scootmobiel, voor Sandra's dagbesteding of voor een nieuw huisje. Die formulieren zijn moeilijk want Sandra en Herman zijn licht verstandelijk beperkt.
 
Bij mensen met een verstandelijke beperking denk je misschien al snel aan Tragel, Gors of Arduin. Mensen met Down die volgens sommigen de hele dag kwijlend in een rolstoel zitten. Dat beeld klopt niet. Kinderen met een zware verstandelijke beperking hebben óók dromen, toekomstplannen en de capaciteit om nieuwe dingen te leren. Zo gaan mensen met een zware verstandelijke beperking bijvoorbeeld ook naar school. Mijn moeder geeft muziekles op een speciale school in Zaamslag. Vol trots verteld ze over hoe ze een jongen gitaar heeft leren spelen. Dat alle snaren kapot waren toen hij weer door ging naar de volgende les maakt helemaal niets uit. Hoe beperkt het ook mag zijn, óók deze kinderen hebben recht op onderwijs, werk en dagbesteding.
 
Er zijn echter ook een heleboel mensen met een verstandelijke beperking die niet op het speciaal onderwijs of op dagbesteding bij Tragel, Arduin of Gors zitten. Omdat deze mensen op papier een "te hoog" IQ hebben zijn ze zelf verantwoordelijk voor hun financiën en dagbesteding. Deze mensen zijn licht verstandelijk beperkt. Eigenlijk kennen we allemaal wel zo iemand. Misschien in je persoonlijke omgeving of gewoon op straat. Het kan die meneer zijn die altijd nét iets te lang doet over betalen bij de supermarkt. Of die mevrouw in de kerk die je altijd zonder iets te zeggen een nét iets te stevige knuffel geeft. Er is wel "iets" maar blijkbaar niet genoeg om ze te helpen.
 
Als er in de gemeenteraad gedebatteerd wordt over voorstellen staat er altijd in voor wie we het doen. Jongeren, ouderen, inwoners van Hoek, camperaars, ondernemers of honden. De afgelopen jaren is er echter nog nooit een voorstel voorbijgekomen voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Vaak stond er zelfs in voorstellen over de jeugdzorg, gehandicaptenzorg en Wmo dat het voorstel expliciet niet iets deed voor mensen zoals Sandra en Herman. Dat is gevaarlijk omdat mensen met een licht verstandelijke beperking kwetsbaar zijn in een wereld die mensen steeds meer aan zichzelf over laat. Jongeren met een verstandelijke beperking zijn vatbaar voor "foute vrienden" en kunnen in de criminaliteit of prostitutie terecht komen. Mensen met een verstandelijke beperking zijn vaker slachtoffer van seksueel geweld en vinden zonder hulp vaak geen werk of dagbesteding. Daarbovenop komt nog dat deze groep mensen moeilijk hulp vraagt en vaak niet weet waar ze heen moet.
 
Mijn christelijke geloof leert mij dat je er juist moet zijn voor de zwaksten in de samenleving. Daar komt bij dat de gemeente Terneuzen verantwoordelijk is voor de jeugdzorg en de Wmo. Toch worden mensen met een licht verstandelijke beperking niet "gezien" door de gemeente. Toen het in de gemeenteraad weer eens niet over deze mensen ging heb ik mijn vinger opgestoken. Het kan gewoon niet dat deze kwetsbare groep niet in beeld is. De gemeente moet samen met andere organisaties zoals Arduin, Tragel, de daklozenopvang en scholen aan de slag. Er moet apart beleid komen om mensen zoals Herman en Sandra in beeld te krijgen én ze goed te helpen. De wethouder heeft naar aanleiding van mijn vragen en betoog beloofd snel met een voorstel te komen. De gemeente gaat gelukkig eindelijk aan de slag en dat is goed. Het antwoord van de overheid mag namelijk nooit 'NEE!' zijn als iemand die hulp nodig heeft vraagt 'Zie je mij wel?'
 
Jos van Ginneken


0 Comments

Een knalfeest voor iedereen

12/28/2017

0 Comments

 
Picture
De maand december is gevuld met allerlei mooie tradities. Van het kinderfeest met Sinterklaas en Zwarte Piet, tot Kerstmis met familie en vrienden. Traditioneel wordt het jaar afgesloten met vuurwerk. Een andere traditie die er de afgelopen jaren insluipt is de heftige discussie over tradities. Daar zou ik heel veel over kunnen zeggen. Als gemeenteraadslid kun je echter niets doen aan de zwartheid van Piet en de christelijkheid van Kerstmis. Dat vind ik domweg niet mijn taak. De veiligheid rondom Nieuwjaar is daarentegen wél een verantwoordelijkheid van de gemeente.

Persoonlijk vind ik vuurwerk een mooie traditie. Je telt af tot middernacht, steekt je pijlen en potten af en wenst de buren een gelukkig Nieuwjaar. Voor sommigen is ‘Het is een traditie’ geen argument. Daar ben ik het als christendemocraat niet mee eens. Tradities zorgen voor momenten waarop we mensen ontmoeten buiten ons eigen groepje. Op vaste tijden in het jaar worden jij en ik eraan herinnerd dat we deel zijn van ‘een groter wij’. Dat betekent echter niet dat tradities nooit kunnen veranderen.

Ouderen en mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking hebben simpelweg last van vuurwerk. Ze schieten in de stress, worden overprikkeld en hebben pijn door de knallen. Dieren raken helemaal in paniek omdat ze niet weten wat er gebeurt. Nu zijn er genoeg ouderen en mensen met een beperking die geen vuurwerkverbod willen. De redelijke vraag die ze echter wél stellen is om alleen vuurwerk af te stekken op Oudjaarsavond tussen 18:00 uur en 02:00 uur. Dan kunnen mensen zich er op voorbereiden en weten ze wanneer het weer voorbij is. Daar komt nog bij dat brandweerlieden, ambulancemedewerkers, politieagenten en assistentiehonden vuurwerk naar hun hoofd krijgen, dat ook nog steeds zwaarder wordt. Dat is niet normaal en daar moet de (lokale) politiek iets aan doen. Vuurwerkliefhebbers, waar ik er één van ben, kunnen deze problemen niet negeren.

De gemeenteraad is één van de plekken om te werken aan oplossingen. Mijn CDA-collega’s en ik hebben daarom verschillende voorstellen gedaan. Ten eerste heeft het CDA, samen met andere partijen, gepleit voor vuurwerkvrije zones. De burgemeester vond het een goed idee. Vanaf dit jaar zijn er daarom vuurwerkvrije zones rondom verzorgingshuizen in alle kernen, de kinderboerderij en het dierenasiel. In die zones is het verboden om vuurwerk af te steken en overtreders krijgen een boete. Daarnaast heb ik kluisjescontroles voorgesteld namens het CDA. De politie heeft de kluisjes op alle scholen gecontroleerd op vuurwerk. Hierdoor zijn verschillende stukken illegaal vuurwerk gevonden en afgepakt.

Natuurlijk snap ik dat hierdoor niet alle problemen verdwijnen. Het zijn kleine eerste stapjes naar een oplossing. De vuurwerkvrije zones moeten worden gecontroleerd en de kluisjescontroles gaan niet ál het illegale vuurwerk vinden. De overheid moet het goede voorbeeld geven, maar we hebben allemaal een verantwoordelijkheid. Steek daarom geen vuurwerk af als het niet mag. Mensen hebben daar last van. Heb respect voor vuurwerkvrije zones en natuurgebieden. Ze zijn er met een reden: kwetsbare mensen en dieren te beschermen. Let goed op je eigen kinderen, broers en zussen. Vuurwerkoverlast kun je niet afschuiven op de buren of op mensen uit een andere buurt die je nooit ziet. We moeten ook naar onszelf kijken.  Als we allemaal rekening houden met elkaar, dan weet ik zéker dat Oud & Nieuw een knalfeest kan zijn. Voor iedereen! Dat wens ik iedereen ook toe.

Gezegend Nieuwjaar!

Jos van Ginneken

Picture
0 Comments

Past een traplift in een pedaalemmer?

12/7/2017

0 Comments

 
Picture
Vorige week kreeg ik een Facebook-bericht van een mevrouw wiens moeder was overleden. Na het opruimen van haar moeders woning waren er krukken en een rolstoel overgebleven. Als brave burger had mevrouw contact opgenomen met Welzorg. Ze wilde de spullen graag inleveren zodat ze door iemand anders gebruikt konden worden. Vanuit Welzorg had ze echter te horen gekregen dat ze de rolstoel en krukken beter weg kon gooien. Dat verbaasde me enorm. Steeds weer krijgen we te horen dat we zuinig om moeten gaan met zorggeld. Het weggooien van nog goede hulpmiddelen hoort daar volgens mij niet bij. Toen ik het vroeg aan ouderen en mensen met een beperking hoorde ik dezelfde verhalen. Het bontste verhaal was van een mevrouw uit Sluiskil die voor haar man een traplift had laten installeren. Na zijn overlijden was de traplift weggehaald uit hun huis. Toen mevrouw zelf achteruit ging vroeg ze zelf een traplift aan. Die kreeg ze niet want er was er ooit al een geïnstalleerd. Toen ze vroeg wat er met de oude was gebeurd. ‘Die is weggegooid mevrouwtje’ kreeg ze te horen.

De gemeente is verantwoordelijk voor het toekennen van allerlei hulpmiddelen. Dit gebeurt via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Mensen doen een aanvraag via de gemeente of Aan-Z. Daar leggen ze uit wat hun hulpvraag is en wat ze nodig hebben. Na een keukentafelgesprek kan de hulpvrager een hulpmiddel krijgen. De gemeente heeft daarvoor contracten met organisaties zoals Welzorg. Zij zijn verantwoordelijk voor de levering en het onderhoud van de hulpmiddelen.

Mijn vriendin Amber zit in een elektrische rolstoel. Door spierspanningen en spasmen kan ze moeilijk tot niet lopen. Gelukkig kan ze met haar rolstoel gaan en ‘’staan’’ waar ze wil. Het geeft vrijheid om te weten dat je ondanks je leeftijd of beperking mobiel bent. Ondanks letterlijke en figuurlijke drempels gaan Amber en ik vaak op stap. Afgelopen zomer zelfs helemaal naar Belfast. Tijdens een bezoek aan een kasteel raakte een wiel van haar rolstoel los. Het schoot zó van haar stoel af en rolde weg. Daar stonden we opeens. Halsoverkop heb ik haar ergens anders neer gezet. Daarna ben ik met twee linkerhanden begonnen aan het repareren van de stoel. Gelukkig waren er mensen in de buurt die konden helpen en zelfs met gereedschap aan kwamen lopen.

Voor heel even voelde ik hoe het was om afhankelijk te zijn. Natuurlijk had Amber een groter probleem maar ik zat ook even ‘’vast’’. Als de rolstoel niet gerepareerd werd konden we niet verder. Die afhankelijkheid voelen gehandicapten, ouderen en chronisch zieken elke dag. Voor het opstaan, boodschappen doen, hun hobby en hun opleiding zijn ze afhankelijk van allerlei hulpmiddelen. Dit kan gaan van wat aanpassingen in de badkamer tot een rolstoel of scootmobiel. Ze zijn zuinig op hun spullen want zonder kunnen ze niet hun dagelijkse leven leiden.

Dat trek ik me aan. Als je kijkt hoe zuinig mensen met hun hulpmiddelen omgaan is het asociaal om ze daarna op de schroothoop te gooien. Met een paar reparaties kunnen de meeste spullen zoals douchebeugels, scootmobielen en rolstoelen opnieuw worden gebruikt. Het is krom om aan de ene kant héél streng te zijn bij het toekennen van hulpmiddelen en ze aan de andere kant in de Kliko te gooien. Namens het CDA heb ik daarom schriftelijke vragen gesteld. In de vragen roep ik op om zoveel mogelijk hulpmiddelen te hergebruiken. Dat bespaart geld en andere mensen hebben er iets aan. Ook wil ik weten wie er nu verantwoordelijk is voor het innemen van de hulpmiddelen en wat er dan allemaal precies mee gebeurt.  Hopelijk wil de wethouder luisteren. Als burgers wordt gevraagd om zuinig te zijn op zorggeld, dan moet de gemeente het goede voorbeeld geven. Want een traplift past én hoor niet in de pedaalemmer!

Jos van Ginneken


Picture
0 Comments

Een beetje leefbaarheid bestaat niet

11/26/2017

0 Comments

 
Picture
Tijdens het parochiefeest in Philippine kwam er een wat oudere mevrouw naar mij toe. Ze woonde al haar hele leven in Westdorpe. Naar wat beleefd gepraat over de koffie en de preek van de pastoor begon ze over haar dorp. De laatste jaren had ze daar vanalles zien verdwijnen. De kerk was gesloten, de bus was minder gaan rijden en de pinautomaat was verdwenen. Hierdoor kon ze moeilijker aan contant geld komen. Dat was dan weer irritant bij het boodschappen doen of als ze haar kleinkinderen iets extra’s toe wilden stoppen.

Het verhaal van die mevrouw laat in het klein zien waar inwoners van kleine kernen tegenaan lopen. Doordat er maar weinig mensen in een dorp als Biervliet wonen, worden de voorzieningen minder gebruikt. Voor een bank is het dan niet winstgevend om de automaat daar te houden. De bank besluit dan om hem weg te halen. Dit proces herhaalt zich steeds opnieuw met brievenbussen, openbaar vervoer en huurwoningen. De winst van de verwijdering verdwijnt in de zakken van de bedrijven. Het verlies komt bij de inwoners van de kernen terecht. Zij zien de voorzieningen een-voor-een omvallen tot er alleen nog maar spookdorpen overblijven.

Afgelopen week las ik goed nieuws. De ABN-AMRO, de Rabobank en ING gaan samenwerken met ‘’merkloze’’ pinautomaten. De banken hebben samen een bedrijf, Geldservice Nederland, opgericht dat de automaten voor hen gaat beheren. Hierdoor besparen de banken geld. Ze kunnen met minder pinautomaten in grote steden tóch het aanbod van contant geld op peil houden. Aan de andere kant hebben de drie banken afgesproken om de merkloze pinautomaten terug te gaan plaatsen in dunbevolkte gebieden. Daar kan de gemeente Terneuzen een graantje van meepikken.

Als CDA-Terneuzen hebben we actieve leden in alle kernen van de gemeente. Loek de Beleir en Guido de Moor uit Westdorpe en Zuiddorpe willen graag een pinautomaat terug op hun dorp. In overleg met hen heb ik daarom schriftelijke vragen ingediend. Met de vragen roep ik de wethouder op zich in te zetten voor de terugkeer van de pinautomaten. De gemeente moet daarvoor gaan lobbyen om de merkloze pinautomaten te laten plaatsen in kernen zoals Biervliet, Zuiddorpe, Philippine en Westdorpe.

Als het lukt de pinautomaten terug te krijgen, kunnen we de afbraak van onze voorzieningen keren. Vanuit de gemeente wordt er vaak naar burgers gewezen om initiatief te nemen. In een groot deel van Terneuzen ontstaan daardoor prachtige initiatieven voor meer leefbaarheid. Denk daarbij aan het Bewonersplatform in Zuiddorpe. De overheid heeft óók een taak. Als gemeente kunnen we geen bankje gaan spelen. De lokale overheid moet haar burgers volgens mij wél vertegenwoordigen tegenover andere overheden en grote bedrijven. Een beetje leefbaarheid bestaat niet. Daarom moet de gemeente zich, samen met bewoners, inzetten voor het behoud en de terugkeer van onze voorzieningen. Laat die pinautomaten maar komen!

Jos van Ginneken


0 Comments
<<Previous
Forward>>
    Picture

    Even voorstellen

    Hallo allemaal!

    ​Mijn naam is Jos van Ginneken en ik ben fractievoorzitter voor het CDA in Terneuzen. Ook ben ik het jongste raadslid van de Terneuzense gemeenteraad.

    Voor de verkiezingen van 14, 15 en 16 maart 2022 sta ik op de 2e plaats voor het CDA in Terneuzen.

    Deze blog is bedoeld om je kennis te laten maken met mijn standpunten en activiteiten op een diepgaandere manier dan op Twitter of Facebook.

    Je kunt met bereiken via;
    jcavanginneken@zeelandnet.nl

Powered by Create your own unique website with customizable templates.