In de derde klas van de middelbare school begon ik met vrijwilligerswerk bij de voedselbank. Daar ontmoette ik Jasmijn. Nou ja, zij stond met haar mama in de rij en ik stond aan de andere kant van de tafel. ‘Mag ik een appel, meneer?’ hoor ik een klein meisje vragen. Mijn hart brak toen ik haar een appel gaf. ‘Die vind ik lekker’ vertelde ze. Die middag fietste ik met tranen in mijn ogen terug naar huis. Armoede heeft sindsdien een gezicht voor mij, een gezicht met twee blonde vlechtjes en blauwe ogen. Op dat moment wist ik dat ik ‘’iets’’ moest doen. Dat ‘’iets’’ is de politiek geworden.
Van de week kreeg ik een berichtje van Jasmijns moeder. De uitkering was geblokkeerd door de gemeente. Een ambtenaar had op Facebook gezien dat ze een vriend had en toen werd de conclusie getrokken dat ze samenwoonde. Bam! Uitkering geblokkeerd. Nu moet ze Jasmijn en haar zusje steeds nee verkopen. Nee op een dagje weg, een extra snoepje of een pakje van Sinterklaas en Zwarte Piet. Kinderarmoede is een groeiend probleem en zet kinderen en jongeren op achterstand. Zij komen minder goed mee op school en daarmee ook in de samenleving. Zo wordt een dubbeltje nooit een kwartje.
Een eerste probleem waar gezinnen met een smalle beurs tegenaanlopen zijn de stijgende schoolkosten. Het gaat dan niet alleen om families die bij de voedselbank staan, maar ook om een hoop werkende armen die steeds moeilijker de eindjes aan elkaar knopen. De kosten van rekenmachines, schoolspullen, de (on)vrijwillige ouderbijdrage en schoolreisjes tikken aardig door. Over deze schoolkosten heb ik schriftelijke vragen gesteld. In het bijzonder wil ik dat de gemeente de schoolbesturen aanspreekt over de peperdure snoepreisjes waar scholen mooie sier mee maken. Ze proberen elkaar de loef af te steken en dat raakt gezinnen aan de onderkant van de samenleving.
Er komt nu honderd miljoen extra beschikbaar voor de bestrijding van kinderarmoede. Daar ben ik gelukkig mee. Geen enkel kind mag zonder ontbijt in de klas zitten of buitengesloten worden omdat papa en mama het allemaal niet meer kunnen betalen. Terneuzen moet met een goed uitgewerkt plan komen over hoe we dit extra geld voor kinderarmoede in armoede gaan besteden. De gemeente heeft al verschillende regelingen voor kinderen uit arme gezinnen. Zo betalen we het lidmaatschapsgeld van sportclubs of muziekles, en de gemeente vergoedt de aanschaf van een laptop. Volgens mij kan de aanpak van kinderarmoede uitgebreid worden. Door kinderen uit arme gezinnen een schoolontbijt te geven via de gemeente zodat ze niet met een lege maag in de klas zetten. Verder kan de gemeente het opstarten van een kledingbank of speelgoed bank ondersteunen. Zelf organiseer ik jaarlijks een presentatie over wat de gemeente doet tegen armoede om minima uit te leggen welke regelingen er zijn en hoe ze die kunnen aanvragen.
Kinderarmoede gaat door merg en been. Het doet me pijn als de verhalen hoor van ouders die hun kind nee moeten verkopen omdat het geld op is. Daarom ben ik de politiek in gegaan. Om voor al die mensen het verschil te maken. Om armoede te bestrijden en te werken aan een socialer Terneuzen. Voor Jasmijn.
Jos van Ginneken
Van de week kreeg ik een berichtje van Jasmijns moeder. De uitkering was geblokkeerd door de gemeente. Een ambtenaar had op Facebook gezien dat ze een vriend had en toen werd de conclusie getrokken dat ze samenwoonde. Bam! Uitkering geblokkeerd. Nu moet ze Jasmijn en haar zusje steeds nee verkopen. Nee op een dagje weg, een extra snoepje of een pakje van Sinterklaas en Zwarte Piet. Kinderarmoede is een groeiend probleem en zet kinderen en jongeren op achterstand. Zij komen minder goed mee op school en daarmee ook in de samenleving. Zo wordt een dubbeltje nooit een kwartje.
Een eerste probleem waar gezinnen met een smalle beurs tegenaanlopen zijn de stijgende schoolkosten. Het gaat dan niet alleen om families die bij de voedselbank staan, maar ook om een hoop werkende armen die steeds moeilijker de eindjes aan elkaar knopen. De kosten van rekenmachines, schoolspullen, de (on)vrijwillige ouderbijdrage en schoolreisjes tikken aardig door. Over deze schoolkosten heb ik schriftelijke vragen gesteld. In het bijzonder wil ik dat de gemeente de schoolbesturen aanspreekt over de peperdure snoepreisjes waar scholen mooie sier mee maken. Ze proberen elkaar de loef af te steken en dat raakt gezinnen aan de onderkant van de samenleving.
Er komt nu honderd miljoen extra beschikbaar voor de bestrijding van kinderarmoede. Daar ben ik gelukkig mee. Geen enkel kind mag zonder ontbijt in de klas zitten of buitengesloten worden omdat papa en mama het allemaal niet meer kunnen betalen. Terneuzen moet met een goed uitgewerkt plan komen over hoe we dit extra geld voor kinderarmoede in armoede gaan besteden. De gemeente heeft al verschillende regelingen voor kinderen uit arme gezinnen. Zo betalen we het lidmaatschapsgeld van sportclubs of muziekles, en de gemeente vergoedt de aanschaf van een laptop. Volgens mij kan de aanpak van kinderarmoede uitgebreid worden. Door kinderen uit arme gezinnen een schoolontbijt te geven via de gemeente zodat ze niet met een lege maag in de klas zetten. Verder kan de gemeente het opstarten van een kledingbank of speelgoed bank ondersteunen. Zelf organiseer ik jaarlijks een presentatie over wat de gemeente doet tegen armoede om minima uit te leggen welke regelingen er zijn en hoe ze die kunnen aanvragen.
Kinderarmoede gaat door merg en been. Het doet me pijn als de verhalen hoor van ouders die hun kind nee moeten verkopen omdat het geld op is. Daarom ben ik de politiek in gegaan. Om voor al die mensen het verschil te maken. Om armoede te bestrijden en te werken aan een socialer Terneuzen. Voor Jasmijn.
Jos van Ginneken