Iedere Terneuzense scholier kent het, op een winderige, regenachtige dag over de dijk sjokken terwijl je overenthousiaste kunstleraar (in mijn geval meneer Bos) over de beelden van de Beeldenroute vertelde. In de kunstzinnige hopen steen en metaal waren allerlei zaken te ontdekken zo werd me verteld. De tocht werd afgesloten bij café Porgy & Bess. Daar werden door vrijwilligers enthousiast de verhalen over Frank ‘’De Neger’’ verteld. Over hoe hij in Terneuzen zijn cultuurcafé begon en hoe dat uitgroeide tot de internationaal bekende naam die Porgy nu heeft. Op zo’n moment voelde ik me best wel trots op ''mijn Terneuzen''.
De gemeente Terneuzen heeft een groot en divers aantal culturele voorzieningen. De een elitairder dan de ander en daar is niks mis mee. Als Terneuzenaar ben ik even trots op Porgy & Bess als op de vrijwilligers van poppodium de PiT. Voor die laatste groep heb ik zelf steeds meer respect gekregen de afgelopen weken. Dankzij hen is een vuurtje gaan branden rondom de provinciale cultuurgelden voor de gemeente Terneuzen.
Een paar weken geleden luidde het Podium in Terneuzen (de PiT, ja ik heb me ook altijd verbaasd over die afkorting) de noodklok. Zij dreigden hun provinciale subsidie kwijt te raken. Hierdoor zouden ze een derde van hun budget kwijtraken. De poptempel kon dan net zo goed de deuren sluiten. Wat de vrijwilligers de afgelopen jaren op hadden gebouwd zou daardoor in één klap worden ontdaan. De grotere bands konden ze niet meer boeken en lokale bandjes konden ze alleen nog maar met een kratje bier bedanken na een avond spelen. Mijn eerste reflex was om de provincie de schuld te geven. Het leek erop alsof Middelburg de geldkraan dichtdraaiden.
De uitleg van de vrijwilligers én stukken van de provincie gaven toch een ander beeld. Sinds dit jaar moet de gemeente namens haar eigen cultuurinstellingen een subsidieverzoek indienen. In dat verzoek moeten ze uitleggen waarom instellingen zoals de PiT, het podium in Zaamslag en Porgy & Bess subsidie verdienen. Dit om ervoor te zorgen dat de cultuurgelden goed terecht komen. Als je het zo uitlegt is het op zich best begrijpelijk en volgens mij ook goed op de uitgaven te controleren. Voor de gemeente Terneuzen is het echter té moeilijk. Tot nu toe is er echter nog geen verzoek vanuit Terneuzen naar de provincie gestuurd. Dit terwijl de regels al ruim een jaar geleden vast zijn gesteld. Waarom de TOP/Gemeentebelangen wethouder nog niets heeft ondernomen mag hij mij via schriftelijke vragen uitleggen.
Feit is dat op dit moment er €62.000,- aan steun voor cultuurinstellingen op het provinciehuis ligt. Met dit geld kunnen gemotiveerde vrijwilligers in de gemeente Terneuzen allerlei mooie en unieke evenementen organiseren. Dit gaat van het Factory Festival in Sas van Gent tot de Beeldenrouten, van de feesten in de PiT tot de lezingen in Porgy & Bess en van de voorstellingen in het Podium in Zaamslag tot de zeemansliederen op het Shantyfestival. Juist dit soort evenementen maken het verschil in Terneuzen. Die maken het verschil tussen een grauwe stad en een plaats waar mensen willen wonen. Als CDA’er vind ik dat de gemeente haar beste beentje voor moet zetten als het om het behouden van voorzieningen gaat. Leefbaarheid wordt uiteindelijk gemaakt door mensen zelf, maar de overheid mag best een handje helpen.
Als jonge Terneuzenaar zie ik wat mijn gemeente allemaal te bieden heeft. Ik wil dat mijn woonplaats leuk en leefbaar blijft voor toekomstige generaties. Als CDA-raadslid heb ik de kans om het verschil te maken. Alleen als we blijven investeren in culturele evenementen voor oud én jong kunnen we Terneuzen leefbaar houden. Ik heb me vastgebeten in dit onderwerp en ik laat het niet meer los. Ik wil trots kunnen zijn op Terneuzen en alle gemotiveerde vrijwilligers. Zij doen keihard hun best voor een leefbaar Terneuzen. Dat trek ik me aan.
Jos
De gemeente Terneuzen heeft een groot en divers aantal culturele voorzieningen. De een elitairder dan de ander en daar is niks mis mee. Als Terneuzenaar ben ik even trots op Porgy & Bess als op de vrijwilligers van poppodium de PiT. Voor die laatste groep heb ik zelf steeds meer respect gekregen de afgelopen weken. Dankzij hen is een vuurtje gaan branden rondom de provinciale cultuurgelden voor de gemeente Terneuzen.
Een paar weken geleden luidde het Podium in Terneuzen (de PiT, ja ik heb me ook altijd verbaasd over die afkorting) de noodklok. Zij dreigden hun provinciale subsidie kwijt te raken. Hierdoor zouden ze een derde van hun budget kwijtraken. De poptempel kon dan net zo goed de deuren sluiten. Wat de vrijwilligers de afgelopen jaren op hadden gebouwd zou daardoor in één klap worden ontdaan. De grotere bands konden ze niet meer boeken en lokale bandjes konden ze alleen nog maar met een kratje bier bedanken na een avond spelen. Mijn eerste reflex was om de provincie de schuld te geven. Het leek erop alsof Middelburg de geldkraan dichtdraaiden.
De uitleg van de vrijwilligers én stukken van de provincie gaven toch een ander beeld. Sinds dit jaar moet de gemeente namens haar eigen cultuurinstellingen een subsidieverzoek indienen. In dat verzoek moeten ze uitleggen waarom instellingen zoals de PiT, het podium in Zaamslag en Porgy & Bess subsidie verdienen. Dit om ervoor te zorgen dat de cultuurgelden goed terecht komen. Als je het zo uitlegt is het op zich best begrijpelijk en volgens mij ook goed op de uitgaven te controleren. Voor de gemeente Terneuzen is het echter té moeilijk. Tot nu toe is er echter nog geen verzoek vanuit Terneuzen naar de provincie gestuurd. Dit terwijl de regels al ruim een jaar geleden vast zijn gesteld. Waarom de TOP/Gemeentebelangen wethouder nog niets heeft ondernomen mag hij mij via schriftelijke vragen uitleggen.
Feit is dat op dit moment er €62.000,- aan steun voor cultuurinstellingen op het provinciehuis ligt. Met dit geld kunnen gemotiveerde vrijwilligers in de gemeente Terneuzen allerlei mooie en unieke evenementen organiseren. Dit gaat van het Factory Festival in Sas van Gent tot de Beeldenrouten, van de feesten in de PiT tot de lezingen in Porgy & Bess en van de voorstellingen in het Podium in Zaamslag tot de zeemansliederen op het Shantyfestival. Juist dit soort evenementen maken het verschil in Terneuzen. Die maken het verschil tussen een grauwe stad en een plaats waar mensen willen wonen. Als CDA’er vind ik dat de gemeente haar beste beentje voor moet zetten als het om het behouden van voorzieningen gaat. Leefbaarheid wordt uiteindelijk gemaakt door mensen zelf, maar de overheid mag best een handje helpen.
Als jonge Terneuzenaar zie ik wat mijn gemeente allemaal te bieden heeft. Ik wil dat mijn woonplaats leuk en leefbaar blijft voor toekomstige generaties. Als CDA-raadslid heb ik de kans om het verschil te maken. Alleen als we blijven investeren in culturele evenementen voor oud én jong kunnen we Terneuzen leefbaar houden. Ik heb me vastgebeten in dit onderwerp en ik laat het niet meer los. Ik wil trots kunnen zijn op Terneuzen en alle gemotiveerde vrijwilligers. Zij doen keihard hun best voor een leefbaar Terneuzen. Dat trek ik me aan.
Jos