‘’Een politiebureau moet tussen de basisschool en de supermarkt in staan, want als er bij een van de twee iets is dan moet er snel worden gereageerd’’. De oplossingsgerichtheid van achtstegroepers is groot, groter dan dat van sommige politici lijkt het zelfs. Afgelopen dinsdag mocht ik op het gemeentehuis meehelpen bij het project Democracity van Prodemos. Dit is een spel dat leerlingen van groep zeven en acht spelenderwijs leert hoe de gemeenteraad werkt.
De opzet is simpel. De klas wordt in verschillende partijen verdeeld die allemaal een partijnaam, slogan en wat speerpunten moeten bedenken. Dan mag ieder groepje uit een grote kast een paar gebouwen pakken die zij in de stad willen hebben. De kleur van de gebouwen geeft aan waar ze voor zijn; geel (religieus), blauw (commercieel), groen (natuur) enzovoort. Dan gaan de leerlingen met elkaar in debat en proberen ze elkaar ervan te overtuigen dat juist hún gebouw geplaatst moet worden. Aan het einde van het spel hebben de leerlingen zo samen een stad gebouwd.
Het is leuk om als omstander te kijken hoe dat gaat. De leerlingen nemen het heel serieus, ze zijn écht overtuigt van hun argumenten en verdedigen hun keuzes met vuur. Debatteren en argumenteren zijn twee belangrijke vaardigheden die door activiteiten als deze, maar ook bij het vak Nederlands op de middelbare school geleerd worden. Met deze kennis staan jongeren sterker in hun schoenen en kunnen ze hun stem laten horen. Dit vind ik als jongste raadslid héél erg belangrijk. Hopelijk raken meer jongeren geïnteresseerd in politiek en is het volgende jongste raadslid van Nederland nóg jonger!
Jos van Ginneken.
Jos van Ginneken.