In vijf minuten kun je niet veel vertellen. Zeker niet als je het wil hebben over de zorg voor kwetsbare kinderen. Toch werd een ingrijpend voorstel over de jeugdzorg in vijf minuten door de gemeenteraad besproken. Tijdens de voorbespreking waren nog veel dingen onduidelijk gebleven. Toen de gemeenteraad begon wist ik niet of ik voor het voorstel ging stemmen. Nu zal je je waarschijnlijk afvragen waar het voorstel over ging. Het plan kwam er op neer dat de Zeeuwse gemeenten zouden gaan investeren in innovatie in de jeugdzorg. Hierdoor zouden kinderen en jongeren langer intensieve thuisbehandeling krijgen. Het gevolg daarvan kán zijn dat de wachtlijsten korter worden. Binnen een jaar zou gekeken worden of de wachtlijsten écht korter werden. Met geld investeren in de jeugdzorg is natuurlijk niets mis.
Er zat echter een addertje onder het gras. In de kleine lettertjes van het voorstel stond dat terwijl het onderzoek nog bezig was er een behandelgroep voor jongeren zou worden gesloten. Dat is natuurlijk raar en ik begon daardoor te twijfel. De berichten over suïcidale kinderen vulden de krant. Zou het voorstel hen wel helpen? In aanloop naar de raadsvergadering heb ik met een heleboel organisaties in en rond de jeugdzorg gesproken. Van de Kinderombudsman tot SOS Jeugdzorg en van Jeugdzorg Nederland tot het Advies-en-Klachtenbureau Jeugdzorg.
Daarnaast heb ik met ouders aan de keukentafel gezeten. Dat waren soms hartverscheurende gesprekken. Ouders vertelden hoe machteloos ze zich voelden. Organisaties, dokters en ambtenaren waren vooringenomen. Daardoor hadden ouders het gevoel dat het allemaal niet uitmaakte wat zij zeiden. Ik heb met één ouder gesproken wiens kinderen onterecht uit huis zijn geplaatst. Hij heeft maanden moeten strijden om de kinderen terug te krijgen. Daarnaast sprak ik met een ouder wiens kind zelfmoordneigingen had en al maanden op de wachtlijst stond. Op de fiets terug had ik een brok in mijn keel. Het idee dat ik hier als gemeenteraadslid medeverantwoordelijk voor ben drukte op me.
Om een beter beeld te krijgen van een behandelgroep ging ik langs bij ‘Het Anker’. Een woongroep van jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Meteen toen ik binnenstapte het voelde het huiselijk. Geen afvinklijsten of huisregels aan de muur. De begeleiders vertelden dat ze de jongeren een thuisgevoel probeerden te geven. Als de sfeer goed was konden in gesprek. In dit gesprek probeerden ze de jongeren bij te sturen, op te voeden en verder te helpen. Tijdens het avondeten sprak ik met de jongeren. Al snel was ik niet meer ‘’die vent van de gemeente’’ maar gewoon Jos. Ze voelden zich op hun gemak. Bij een paar mocht ik zelfs op hun kamer kijken. Hoe rommelig het ook was, voor sommigen was dit de eerste keer dat ze ‘’een eigen plek’’ hadden. Die avond zag ik dat een behandelgroep meer dan een ‘’kostenpost’’ op de gemeentebegroting was. Het hielp de jongeren ook écht verder met regelmaat en structuur.
Al die gesprekken met jongeren, ouders, begeleiders en belangengroepen nam ik mee naar de gemeenteraad. Tijdens de raadsvergadering heb ik er voor gepleit om de behandelgroep voor kwetsbare jongeren niet te sluiten. Er moet eerst geïnvesteerd worden in het terugdringen van de wachtlijsten. Op dit moment is er alleen nog maar een schrijnend tekort aan plaatsen voor kwetsbare jongeren. Gelukkig heb ik de wethouder kunnen overtuigen. Hij heeft belooft dat er geen behandelgroep gesloten wordt, voordat we zeker weten dat de wachtlijsten écht korter worden.
Er zijn nog heel veel dingen in de jeugdzorg die beter kunnen. Dat trek ik me aan als jongste gemeenteraadslid. Als ik spreek met jongeren in verslavingszorg zijn dat vaak leeftijdsgenoten. De afgelopen drie jaar zag ik nog té vaak dat er niet met ouders of jongeren werd gesproken. Achter een bureau wordt er opgeschreven hoe de wereld er uit zou moeten zien. De werkelijkheid past daar niet altijd in. Ouders en kinderen hebben dan het gevoel dat ze niet in ‘’het goede hokje’’ passen. In de gesprekken kwam steeds terug dat gezinnen het gevoel hadden dat geld een grote rol speelde. Als het aan mij ligt worden ouders en kwetsbare jongeren beter betrokken bij de hulpverlening. Zij weten uiteindelijk wat het beste is. In noodgevallen moet jeugdzorg in kunnen grijpen. Maar dan nog is het belangrijk om de hulpvraag van ouders en hun kinderen snel serieus te nemen. Te vaak heb ik bij mensen aan tafel gezeten die niet op tijd werden gehoord. De hulp was té lang té ligt en daardoor liep het uit de hand. Geld mag niet het belangrijkste zijn. Het om zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren.
Kortom, als jonge CDA’er blijf ik de jeugdzorg in de gemeente Terneuzen kritisch volgen. Om écht te weten wat er speelt en wat er beter kan ga ik bij mensen langs. Iedereen die zijn of haar verhaal wil doen is van harte welkom. Het wordt tijd dat iemand écht gaat luisteren naar kwetsbare gezinnen en hen een stem geeft in de lokale politiek. De afgelopen jaren ben ik die stem geweest en daar ga ik graag mee door!
Jos van Ginneken
Er zat echter een addertje onder het gras. In de kleine lettertjes van het voorstel stond dat terwijl het onderzoek nog bezig was er een behandelgroep voor jongeren zou worden gesloten. Dat is natuurlijk raar en ik begon daardoor te twijfel. De berichten over suïcidale kinderen vulden de krant. Zou het voorstel hen wel helpen? In aanloop naar de raadsvergadering heb ik met een heleboel organisaties in en rond de jeugdzorg gesproken. Van de Kinderombudsman tot SOS Jeugdzorg en van Jeugdzorg Nederland tot het Advies-en-Klachtenbureau Jeugdzorg.
Daarnaast heb ik met ouders aan de keukentafel gezeten. Dat waren soms hartverscheurende gesprekken. Ouders vertelden hoe machteloos ze zich voelden. Organisaties, dokters en ambtenaren waren vooringenomen. Daardoor hadden ouders het gevoel dat het allemaal niet uitmaakte wat zij zeiden. Ik heb met één ouder gesproken wiens kinderen onterecht uit huis zijn geplaatst. Hij heeft maanden moeten strijden om de kinderen terug te krijgen. Daarnaast sprak ik met een ouder wiens kind zelfmoordneigingen had en al maanden op de wachtlijst stond. Op de fiets terug had ik een brok in mijn keel. Het idee dat ik hier als gemeenteraadslid medeverantwoordelijk voor ben drukte op me.
Om een beter beeld te krijgen van een behandelgroep ging ik langs bij ‘Het Anker’. Een woongroep van jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Meteen toen ik binnenstapte het voelde het huiselijk. Geen afvinklijsten of huisregels aan de muur. De begeleiders vertelden dat ze de jongeren een thuisgevoel probeerden te geven. Als de sfeer goed was konden in gesprek. In dit gesprek probeerden ze de jongeren bij te sturen, op te voeden en verder te helpen. Tijdens het avondeten sprak ik met de jongeren. Al snel was ik niet meer ‘’die vent van de gemeente’’ maar gewoon Jos. Ze voelden zich op hun gemak. Bij een paar mocht ik zelfs op hun kamer kijken. Hoe rommelig het ook was, voor sommigen was dit de eerste keer dat ze ‘’een eigen plek’’ hadden. Die avond zag ik dat een behandelgroep meer dan een ‘’kostenpost’’ op de gemeentebegroting was. Het hielp de jongeren ook écht verder met regelmaat en structuur.
Al die gesprekken met jongeren, ouders, begeleiders en belangengroepen nam ik mee naar de gemeenteraad. Tijdens de raadsvergadering heb ik er voor gepleit om de behandelgroep voor kwetsbare jongeren niet te sluiten. Er moet eerst geïnvesteerd worden in het terugdringen van de wachtlijsten. Op dit moment is er alleen nog maar een schrijnend tekort aan plaatsen voor kwetsbare jongeren. Gelukkig heb ik de wethouder kunnen overtuigen. Hij heeft belooft dat er geen behandelgroep gesloten wordt, voordat we zeker weten dat de wachtlijsten écht korter worden.
Er zijn nog heel veel dingen in de jeugdzorg die beter kunnen. Dat trek ik me aan als jongste gemeenteraadslid. Als ik spreek met jongeren in verslavingszorg zijn dat vaak leeftijdsgenoten. De afgelopen drie jaar zag ik nog té vaak dat er niet met ouders of jongeren werd gesproken. Achter een bureau wordt er opgeschreven hoe de wereld er uit zou moeten zien. De werkelijkheid past daar niet altijd in. Ouders en kinderen hebben dan het gevoel dat ze niet in ‘’het goede hokje’’ passen. In de gesprekken kwam steeds terug dat gezinnen het gevoel hadden dat geld een grote rol speelde. Als het aan mij ligt worden ouders en kwetsbare jongeren beter betrokken bij de hulpverlening. Zij weten uiteindelijk wat het beste is. In noodgevallen moet jeugdzorg in kunnen grijpen. Maar dan nog is het belangrijk om de hulpvraag van ouders en hun kinderen snel serieus te nemen. Te vaak heb ik bij mensen aan tafel gezeten die niet op tijd werden gehoord. De hulp was té lang té ligt en daardoor liep het uit de hand. Geld mag niet het belangrijkste zijn. Het om zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren.
Kortom, als jonge CDA’er blijf ik de jeugdzorg in de gemeente Terneuzen kritisch volgen. Om écht te weten wat er speelt en wat er beter kan ga ik bij mensen langs. Iedereen die zijn of haar verhaal wil doen is van harte welkom. Het wordt tijd dat iemand écht gaat luisteren naar kwetsbare gezinnen en hen een stem geeft in de lokale politiek. De afgelopen jaren ben ik die stem geweest en daar ga ik graag mee door!
Jos van Ginneken