Als ik vroeger de afwas niet wilde doen vroeg mijn moeder mij altijd wie het dan moest doen. ‘De kaboutertjes?’ vroeg ze dan. Tegen beter weten in hoopte ik dan dat er kleine mannetjes met puntmutsen zouden verschijnen om de chocopasta van mijn bord af te schrobben. Zoals je waarschijnlijk kunt raden zijn de kaboutertjes mij nooit komen helpen. In de gemeente Terneuzen spelen ze echter een bijzonder belangrijke rol.
Het afgelopen jaar heeft hebben mijn collega’s van het CDA en ik ons ingezet voor voorzieningen. Simpele dingen als pinautomaten, brievenbussen en bushaltes. Voorzieningen kunnen het verschil betekenen tussen een leefbare kern en een spookdorp. Volgens mij moet de overheid zich actief inzetten om dit soort diensten te behouden. Natuurlijk is het niet de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar het voelt gewoon niet goed om weerloos toe te kijken hoe de plaats waar je woont wordt afgebroken. Stukje bij beetje verdwijnen er voorzieningen en uiteindelijk blijft er niets over.
Het afgelopen jaar heb ik tientallen vragen gesteld, voorstellen gedaan en debatten gevoerd met de verantwoordelijke wethouders over het leefbaar houden van ‘ons kleine landje’. Steeds maar weer werden de schouders opgehaald en de woorden ‘niet onze verantwoordelijkheid’ gemompeld. Notabene de ‘’lokale’’ partij TOP/Gemeentebelangen schiet alle CDA-voorstellen voor het behoud van voorzieningen af in de hoop dat de kaboutertjes het oplossen, zo lijkt.
Er dient zich echter een nieuw strijdpunt aan, de bushalte bij Dethon. De halte bij Dethon is niet meer dan een modderige plak beton aan een drukke doorgaande weg. De gemeente en de provincie hakketakken al jaren over wie er de verantwoordelijkheid heeft om de halte te fatsoeneren. Samen met collega-raadslid Peter de Kraker van D66 heb ik vragen gesteld over de bushalte. Daarnaast vroegen wij ons af wanneer alle haltes in Terneuzen (rolstoel)toegankelijk worden gemaakt. Dit is belangrijk omdat ouderen en gehandicapten dan makkelijker de bus kunnen pakken. Het antwoord op die vragen is jammer.
Het college vindt de bushalte bij Dethon ‘’goed genoeg’’ en de andere bushaltes moeten in 2020 aangepakt zijn, maar daar is nog steeds geen geld voor gereserveerd. In mijn hoofd zie ik weer een klein Josje aan de keukentafel zitten, wachtend op de kaboutertjes die nooit kwamen. Het college wacht opnieuw op haar kaboutertjes om alles op te lossen. Van verdwijnende brievenbussen tot het toegankelijk maken van bushaltes voor ouderen en gehandicapten, steeds maar weer de taak van de kaboutertjes. Jammer genoeg gaan de kleine mannetjes met hun puntmutsen niet komen. In 2017 ga ik daarom, met frisse moed, aan de slag voor een beter Terneuzen.
Jos van Ginneken
Het afgelopen jaar heeft hebben mijn collega’s van het CDA en ik ons ingezet voor voorzieningen. Simpele dingen als pinautomaten, brievenbussen en bushaltes. Voorzieningen kunnen het verschil betekenen tussen een leefbare kern en een spookdorp. Volgens mij moet de overheid zich actief inzetten om dit soort diensten te behouden. Natuurlijk is het niet de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar het voelt gewoon niet goed om weerloos toe te kijken hoe de plaats waar je woont wordt afgebroken. Stukje bij beetje verdwijnen er voorzieningen en uiteindelijk blijft er niets over.
Het afgelopen jaar heb ik tientallen vragen gesteld, voorstellen gedaan en debatten gevoerd met de verantwoordelijke wethouders over het leefbaar houden van ‘ons kleine landje’. Steeds maar weer werden de schouders opgehaald en de woorden ‘niet onze verantwoordelijkheid’ gemompeld. Notabene de ‘’lokale’’ partij TOP/Gemeentebelangen schiet alle CDA-voorstellen voor het behoud van voorzieningen af in de hoop dat de kaboutertjes het oplossen, zo lijkt.
Er dient zich echter een nieuw strijdpunt aan, de bushalte bij Dethon. De halte bij Dethon is niet meer dan een modderige plak beton aan een drukke doorgaande weg. De gemeente en de provincie hakketakken al jaren over wie er de verantwoordelijkheid heeft om de halte te fatsoeneren. Samen met collega-raadslid Peter de Kraker van D66 heb ik vragen gesteld over de bushalte. Daarnaast vroegen wij ons af wanneer alle haltes in Terneuzen (rolstoel)toegankelijk worden gemaakt. Dit is belangrijk omdat ouderen en gehandicapten dan makkelijker de bus kunnen pakken. Het antwoord op die vragen is jammer.
Het college vindt de bushalte bij Dethon ‘’goed genoeg’’ en de andere bushaltes moeten in 2020 aangepakt zijn, maar daar is nog steeds geen geld voor gereserveerd. In mijn hoofd zie ik weer een klein Josje aan de keukentafel zitten, wachtend op de kaboutertjes die nooit kwamen. Het college wacht opnieuw op haar kaboutertjes om alles op te lossen. Van verdwijnende brievenbussen tot het toegankelijk maken van bushaltes voor ouderen en gehandicapten, steeds maar weer de taak van de kaboutertjes. Jammer genoeg gaan de kleine mannetjes met hun puntmutsen niet komen. In 2017 ga ik daarom, met frisse moed, aan de slag voor een beter Terneuzen.
Jos van Ginneken