In de derde klas op de middelbare school was het verplicht om dertig uur maatschappelijke stage te doen. Op dat moment klonk dertig uur als een eeuwigheid, het tegendeel bleek waar. De tijd vloog voor mij voorbij en wel omdat ik één van de meest unieke stage plaatsen heb gekozen, de voedselbank. Mijn vrijwilligerswerk daar heeft mijn ogen geopend.
Het was best vreemd om het oude schoolgebouw binnen te lopen aan de Van der Peijlstraat in Terneuzen. De eerste dag dat ik mee liep was een donderdag, dan werden de pakketten gevuld, één per hulpbehoevend gezin. Op het moment dat ik begon waren dat er tweeënnegentig. Een lokaal was ingericht als vul en verdeel plaats. Lange rijen tafels met daarop plastic bakken. Iedere week werd er gekeken wat er binnen was gekomen en wat er mee ging. Een pak melk, groente uit blik en soms vlees. Op vrijdag deelde je het dan uit. Een lange rij mensen te voet of op de fiets kwamen het halen. Sommigen wachten al twee uur voor de ingang om hun eten op te halen. Ja, er stonden ook auto’s. Deze waren van mensen die het eten voor een vriend of vriendin op kwamen halen. Armoede is iets waar veel mensen zich voor schamen en naar de voedselbank gaan is dan een erg grote stap. Daar heb ik gezien wat ‘’afhankelijk’’ betekend, het heeft mij persoonlijk diep geraakt. Ik wou iets doen, maar kon toen niets voor ze betekenen. Alles wat ik kon doen was in de vakanties terug komen om de pakketten te vullen en uit te delen. Nog steeds probeer ik wanneer ik een vrije donderdag of vrijdag heb terug te gaan.
Het was best vreemd om het oude schoolgebouw binnen te lopen aan de Van der Peijlstraat in Terneuzen. De eerste dag dat ik mee liep was een donderdag, dan werden de pakketten gevuld, één per hulpbehoevend gezin. Op het moment dat ik begon waren dat er tweeënnegentig. Een lokaal was ingericht als vul en verdeel plaats. Lange rijen tafels met daarop plastic bakken. Iedere week werd er gekeken wat er binnen was gekomen en wat er mee ging. Een pak melk, groente uit blik en soms vlees. Op vrijdag deelde je het dan uit. Een lange rij mensen te voet of op de fiets kwamen het halen. Sommigen wachten al twee uur voor de ingang om hun eten op te halen. Ja, er stonden ook auto’s. Deze waren van mensen die het eten voor een vriend of vriendin op kwamen halen. Armoede is iets waar veel mensen zich voor schamen en naar de voedselbank gaan is dan een erg grote stap. Daar heb ik gezien wat ‘’afhankelijk’’ betekend, het heeft mij persoonlijk diep geraakt. Ik wou iets doen, maar kon toen niets voor ze betekenen. Alles wat ik kon doen was in de vakanties terug komen om de pakketten te vullen en uit te delen. Nog steeds probeer ik wanneer ik een vrije donderdag of vrijdag heb terug te gaan.
De tijden zijn veranderd. Van diep geraakte en machteloze derdeklasser ben ik nu kandidaat voor de gemeenteraad. Nog wekelijks spreek ik bij het Leger des Heils met mensen met een smalle beurs. Hun verhalen hebben met gemotiveerd de politiek in te gaan, ik trek me dat aan. Dit is begonnen vanaf mijn maatschappelijke stage. Het feit dat Rutte en Samsom de stage af hebben geschaft maakt mij erg boos. Juist op deze manier breng je jongeren in contact met de echte en soms harde wereld. Alleen met een samenleving van betrokken mensen die weten dat niet iedereen het zo goed heeft als zij kunnen we iets veranderen. We kunnen een supermarkt of boer er dan niet als individu maar als groep om vragen spullen aan de voedselbank (op dit moment meer dan 150 gezinnen) te doneren. Samen staan we sterk als we het ons aan trekken. Daarom wil ik als raadslid en als vrijwilliger strijden om de maatschappelijke stage in deze gemeente in stand te houden. Voor de voedselbank wil ik graag gaan praten met boeren, restaurants en winkels om een stabiele toevoer van goederen te krijgen.
Jos van Ginneken.
Jos van Ginneken.