Ken je dat gevoel? Je belt om een vraag te stellen aan een of andere organisatie. De telefoon gaat over en je hoort: 'Er zijn nog tien wachtenden voor u'. Stel je alleen nu voor dat je negen jaar oud bent. Je ouders hebben al voor de derde keer deze week slaande ruzie. Beneden hoor je geschreeuw, er valt iets kapot. Je zit alleen op je kamer. Op school vertelde de juffrouw dat je dan De Kindertelefoon kunt bellen. Trillend toets je het nummer in. De telefoon gaat over en de stem van een lieve mevrouw zegt 'Er zijn nog tien wachtenden voor u'.
Het is een schrikbeeld dat je geen enkel kind toewenst, maar als we niets doen wordt het de werkelijkheid. De Kindertelefoon helpt kinderen tot en met achttien jaar die worstelen met allerlei vragen. Dat kan gaan van het monster onder je bed tot seksualiteit, pesten en ruziënde ouders. Dag in dag uit bieden de mensen van De Kindertelefoon een luisterend oor. Mocht het nodig zijn kunnen zij doorverwijzen of andere hulpinstanties inschakelen.
De gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor de hulp aan kwetsbare kinderen en jongeren. Dit komt door de decentralisatie van de jeugdzorg naar de lokale overheid. De Kindertelefoon hoort daar bij. Daarnaast zat ook het Advies-en-Klachtenbureau Jeugdzorg. Het Klachtenbureau staat ouders en kinderen bij die slachtoffer zijn geworden van misstanden in de jeugdzorg. Denk aan te laat hulp leveren, slechte communicatie naar ouders of een onterechte uithuisplaatsing. Ouders moeten hiertegen beschermd worden.
Door bureaucratie en papierwerk staan de diensten van De Kindertelefoon en het klachtenbureau onder druk. Op 1 juni 2017 worden de gemeenten namelijk verantwoordelijk voor het betalen van de kindertelefoon en het klachtenbureau. In plaats van één algemeen nationaal contract moeten ze dus met alle gemeenten in Nederland aparte contracten aangaan. Elke gemeente kan ook zijn eigen voorwaarden stellen aan de samenwerking. Zo verzuipen de organisaties in het papierwerk. Kwetsbare en hulpbehoevende kinderen worden in de stroom meegesleurd. Dat vind ik écht bespottelijk.
Sinds ik gemeenteraadslid voor het CDA ben houd ik me bezig met zorg aan kinderen en jongeren. Steeds meer zie ik dat de decentralisatie niets meer was dan een bezuiniging bedacht aan een Haagse tekentafel. Van achter een bureau klonken al die verschillende afspraken misschien wel intelligent. In de praktijk kom ik echter bij gezinnen over de vloer die ten einde raad zijn. Een paar maanden geleden was ik in een gesloten jeugdinstelling. Jongeren vertelden me daar over hoe de hulp té laat kwam. Zo zakten ze langzaam steeds verder af, niemand die hun hulproep hoorde.
Ieder kind verdient een luisterend oor. De Kindertelefoon is dé organisatie die daarvoor kan zorgen. Daarom heb ik schriftelijke vragen gesteld aan het Terneuzense college van burgemeester en wethouders. Daarin roep ik ze op om zo snel mogelijk afspraken te maken met De Kindertelefoon en het Klachtenbureau Jeugdzorg. Doet de wethouder dat niet, dan riskeert hij dat de hulproep van een kwetsbaar kind te laat wordt beantwoord.
Jos van Ginneken
Het is een schrikbeeld dat je geen enkel kind toewenst, maar als we niets doen wordt het de werkelijkheid. De Kindertelefoon helpt kinderen tot en met achttien jaar die worstelen met allerlei vragen. Dat kan gaan van het monster onder je bed tot seksualiteit, pesten en ruziënde ouders. Dag in dag uit bieden de mensen van De Kindertelefoon een luisterend oor. Mocht het nodig zijn kunnen zij doorverwijzen of andere hulpinstanties inschakelen.
De gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor de hulp aan kwetsbare kinderen en jongeren. Dit komt door de decentralisatie van de jeugdzorg naar de lokale overheid. De Kindertelefoon hoort daar bij. Daarnaast zat ook het Advies-en-Klachtenbureau Jeugdzorg. Het Klachtenbureau staat ouders en kinderen bij die slachtoffer zijn geworden van misstanden in de jeugdzorg. Denk aan te laat hulp leveren, slechte communicatie naar ouders of een onterechte uithuisplaatsing. Ouders moeten hiertegen beschermd worden.
Door bureaucratie en papierwerk staan de diensten van De Kindertelefoon en het klachtenbureau onder druk. Op 1 juni 2017 worden de gemeenten namelijk verantwoordelijk voor het betalen van de kindertelefoon en het klachtenbureau. In plaats van één algemeen nationaal contract moeten ze dus met alle gemeenten in Nederland aparte contracten aangaan. Elke gemeente kan ook zijn eigen voorwaarden stellen aan de samenwerking. Zo verzuipen de organisaties in het papierwerk. Kwetsbare en hulpbehoevende kinderen worden in de stroom meegesleurd. Dat vind ik écht bespottelijk.
Sinds ik gemeenteraadslid voor het CDA ben houd ik me bezig met zorg aan kinderen en jongeren. Steeds meer zie ik dat de decentralisatie niets meer was dan een bezuiniging bedacht aan een Haagse tekentafel. Van achter een bureau klonken al die verschillende afspraken misschien wel intelligent. In de praktijk kom ik echter bij gezinnen over de vloer die ten einde raad zijn. Een paar maanden geleden was ik in een gesloten jeugdinstelling. Jongeren vertelden me daar over hoe de hulp té laat kwam. Zo zakten ze langzaam steeds verder af, niemand die hun hulproep hoorde.
Ieder kind verdient een luisterend oor. De Kindertelefoon is dé organisatie die daarvoor kan zorgen. Daarom heb ik schriftelijke vragen gesteld aan het Terneuzense college van burgemeester en wethouders. Daarin roep ik ze op om zo snel mogelijk afspraken te maken met De Kindertelefoon en het Klachtenbureau Jeugdzorg. Doet de wethouder dat niet, dan riskeert hij dat de hulproep van een kwetsbaar kind te laat wordt beantwoord.
Jos van Ginneken