Het woei. Ja, natuurlijk woei het, want in Zeeland waait het altijd. Met toenemende mate van hopeloosheid was ik met een fietssleutel de rolstoelplank uit de bus aan het wrikken. De buschauffeur stond er maar een beetje moeilijk naar te kijken en mijn rolstoelende vriendinnetje Amber deed alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Zie hier, het gevolg van de opmerking, ‘Laten een dagje naar Middelburg gaan’.
Als we op pad gaan levert dat altijd wel weer ‘’bijzondere’’ ervaringen op. Van vastgeroeste rolstoelplanken tot bushaltes meer scheve dan rechte tegels en van treinpersoneel dat je niet helpt met instappen tot buschauffeurs die het allemaal net iets te moeilijk vinden, zo’n rolstoel, en gewoon doorrijden. Nu heb ik twee werkende benen en stap ik daar gewoon overheen, maar voor mensen die wat meer hulp nodig hebben is dat heel wat moeilijker.
Ouderen zijn vaak bang om met het openbaar vervoer te gaan. Als kleinzoon eindelijk heeft uitgelegd hoe die chipkaart werkt, volgt de busreis nog. Die rollator wordt niet zomaar de bus in getild en scootmobiels worden per definitie geweigerd. Wanneer de halten dan niet goed zijn aangepast is het in- en uitstappen vaak moeilijk omdat het een té grote stap is of het plankje te stijl is. Het uitje wordt dan maar uitgesteld tot de kinders een keer tijd hebben en zo blijft opa achter de geraniums zitten. Mensen met een handicap zijn vaak al even afhankelijk van openbaar vervoer om te reizen. De Wmo-taxi kosten handen vol geld en niet iedereen heeft een aangepaste auto. Daarnaast is gaan en staan waar je wil, ook met een handicap, volgens mij een mensenrecht.
Keer op keer roepen politici dat ouderen en gehandicapten meer moeten doen aan de samenleving, ze moeten ‘’participeren’’. Voor diezelfde hoge heren in Den Haag is het echter te moeilijk om geld vrij te maken voor aangepaste bushaltes, toegankelijke bussen en instaphulp op alle Zeeuwse stations. Dat moet veranderen! Volgens mij zijn ouderen en gehandicapten een verrijking voor de samenleving. Niet alleen omdat ze ons leren dat we dankbaar mogen zijn voor onze gezondheid, maar ook omdat ze gewoon keigezellig zijn.
Afgelopen vrijdag sprak de provinciale staten over het openbaar vervoer. Amber en ik hebben daar meegepraat over het toegankelijker maken van het OV in Zeeland. Volgens mij moet er in iedere kern minstens één toegankelijke bushalte komen en daarnaast moeten belangrijke knooppunten én bushaltes bij ziekenhuizen en bejaardentehuizen in het bijzonder aan worden gepast voor mensen die moeilijk of niet kunnen lopen. In de discussie bij de provincie noemde het CDA het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking. Hierin staat dat toegankelijkheid de norm moet zijn en ontoegankelijkheid de uitzondering. Dat vind ik ook!
In de gemeenteraad van Terneuzen heb ik daarom, via schriftelijke vragen, het college van B&W opgeroepen om de Terneuzense bushaltes zo snel mogelijk (rolstoel)toegankelijk te maken. De Zeeuwse gemeenten en de provincie Zeeland kunnen het echter niet alleen. Er moet volgens mij geld uit Den Haag komen om het Zeeuwse OV beter én toegankelijker te maken.
Dat kan ik wel roepen, maar daar wil ik natuurlijk ook iets aan doen. Komende verkiezingen sta ik voor het CDA op de kieslijst. Als Tweede Kamerlid ga ik me actief inzetten voor meer OV-geld voor Zeeland en het toegankelijk maken van alle Zeeuwse stations voor mensen die slecht ter been zijn. Ouderen en gehandicapten moeten nu vaak nog vertwijfeld vragen ‘Mag ik mee?’. Volgens mij verdienen ze niet minder dan een volmondig ‘Ja!’.
Jos van Ginneken
Als we op pad gaan levert dat altijd wel weer ‘’bijzondere’’ ervaringen op. Van vastgeroeste rolstoelplanken tot bushaltes meer scheve dan rechte tegels en van treinpersoneel dat je niet helpt met instappen tot buschauffeurs die het allemaal net iets te moeilijk vinden, zo’n rolstoel, en gewoon doorrijden. Nu heb ik twee werkende benen en stap ik daar gewoon overheen, maar voor mensen die wat meer hulp nodig hebben is dat heel wat moeilijker.
Ouderen zijn vaak bang om met het openbaar vervoer te gaan. Als kleinzoon eindelijk heeft uitgelegd hoe die chipkaart werkt, volgt de busreis nog. Die rollator wordt niet zomaar de bus in getild en scootmobiels worden per definitie geweigerd. Wanneer de halten dan niet goed zijn aangepast is het in- en uitstappen vaak moeilijk omdat het een té grote stap is of het plankje te stijl is. Het uitje wordt dan maar uitgesteld tot de kinders een keer tijd hebben en zo blijft opa achter de geraniums zitten. Mensen met een handicap zijn vaak al even afhankelijk van openbaar vervoer om te reizen. De Wmo-taxi kosten handen vol geld en niet iedereen heeft een aangepaste auto. Daarnaast is gaan en staan waar je wil, ook met een handicap, volgens mij een mensenrecht.
Keer op keer roepen politici dat ouderen en gehandicapten meer moeten doen aan de samenleving, ze moeten ‘’participeren’’. Voor diezelfde hoge heren in Den Haag is het echter te moeilijk om geld vrij te maken voor aangepaste bushaltes, toegankelijke bussen en instaphulp op alle Zeeuwse stations. Dat moet veranderen! Volgens mij zijn ouderen en gehandicapten een verrijking voor de samenleving. Niet alleen omdat ze ons leren dat we dankbaar mogen zijn voor onze gezondheid, maar ook omdat ze gewoon keigezellig zijn.
Afgelopen vrijdag sprak de provinciale staten over het openbaar vervoer. Amber en ik hebben daar meegepraat over het toegankelijker maken van het OV in Zeeland. Volgens mij moet er in iedere kern minstens één toegankelijke bushalte komen en daarnaast moeten belangrijke knooppunten én bushaltes bij ziekenhuizen en bejaardentehuizen in het bijzonder aan worden gepast voor mensen die moeilijk of niet kunnen lopen. In de discussie bij de provincie noemde het CDA het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking. Hierin staat dat toegankelijkheid de norm moet zijn en ontoegankelijkheid de uitzondering. Dat vind ik ook!
In de gemeenteraad van Terneuzen heb ik daarom, via schriftelijke vragen, het college van B&W opgeroepen om de Terneuzense bushaltes zo snel mogelijk (rolstoel)toegankelijk te maken. De Zeeuwse gemeenten en de provincie Zeeland kunnen het echter niet alleen. Er moet volgens mij geld uit Den Haag komen om het Zeeuwse OV beter én toegankelijker te maken.
Dat kan ik wel roepen, maar daar wil ik natuurlijk ook iets aan doen. Komende verkiezingen sta ik voor het CDA op de kieslijst. Als Tweede Kamerlid ga ik me actief inzetten voor meer OV-geld voor Zeeland en het toegankelijk maken van alle Zeeuwse stations voor mensen die slecht ter been zijn. Ouderen en gehandicapten moeten nu vaak nog vertwijfeld vragen ‘Mag ik mee?’. Volgens mij verdienen ze niet minder dan een volmondig ‘Ja!’.
Jos van Ginneken